Pappies lieve meisje Ze leeft op een stil eiland misschien in een rivier Het mistig licht verwisselt haar in vis-in mens-in dier Als kind schreef ze ernstige brieven die ze vervolgens scheep liet gaan onleesbaar en verbleekt spoelen ze één voor één hier aan Maar soms maakt ze in de nacht een vuur van alles wat het water bracht en in het loeien van de vlammen hoort ze weer het woordloos huilen van een kind Die woorden worden in de rook gevangen en meegegeven aan de wind