Jonge messen waren het
in onbezonnen handen
het kon niet goed gaan
en dat deed het ook
Kom bij me staan
wanneer de stille tocht passeert
met in z’n zog
traag wervelend verdriet
En als we ons dan omdraaien en
ze daar staan
met zo’n blik van en-nu-jij
dan doen we een wedstrijd wie het langst
z’n adem in kan houden