de stemmen
ze sturen me door vaag
bekende straten van een stad
hier was het toch
dat ik je zo heb liefgehad
hier
en in de kamers van je oude huis
dat eigenlijk een schat bezat
het huis is hier
de deur staat open
en zoals eerder
wil ik weer naar binnen lopen
vertrapt papier achter de deur
daar tussen in
de vale kleur van brieven
waarop ik nooit een antwoord kreeg
ik ruik een vage keldergeur
en weet
het huis -jouw huis- is leeg
ik roep je naam naam naam
en zeg dat het me spijt
maar elke kamer in het huis
ontkent
je eerdere aanwezigheid
de trap piept
de planken kraken
door kapotte ramen tocht de wind
de maan schijnt over scheve daken
en in de verte huilt een kind
de stemmen hebben over me besloten
er zal voor mij geen tweede zijn als jij
ze stappen mompelend in hun boten
en zeilen aan de maan voorbij